Sawa dee ka Thailand!
In Krabi hebben we de Tiger Cave Temple inderdaad nog gedaan. Het was opnieuw een superwarme dag waar we echt van hebben genoten. We vonden een goedkope taxi die ons op zo'n anderhalve kilometer van de tempels afzette. We zagen in de verte niet minder dan een gigantische berg - een BERG zeg ik u! - met daarop iets klein goud dat het zonlicht heftig weerkaatste... Zou dàt die tempel op de berg kunnen zijn? Het leek echt immens hoog en we waren nog twijfelachtig of je die wel zou kunnen beklimmen. Onderweg heeft een sympathieke Thai ("Where you go?", "Me too, c'mon!") ons op zijn brommer meegepakt naar de voet van de berg. We bezochten een tempel die nog volop in de maak is: 'de tempel met de grote gouden klok in' zal de naam van deze hoge tempel over een kleine acht jaar moeten heten. Het was wel gek om een volledig betonnen tempel te zien, zo'n grote dan nog, en te bedenken dat dit ruwe ding nog volledig betegeld en verguld zal worden door Thai die er jaren voor nodig zullen hebben. Bedenken dat wanneer we al wat hoogtevrees voelden als we over de hoogste balustrade leunden, moesten we de grootste hoogte nog trotseren! De trappen waren soms zo steil dat je ze niet echt trappen meer kon noemen en het waren er vooral veel. Onderweg kwamen we een familie langstaartaapjes tegen die vrolijk langs de leuning naar beneden gleden. Eens boven was het panoramisch zicht fantastisch! Krabi is zo immens groen, geen woorden voor! Aan de andere kant kon je meerdere rijen groen begroeide bergen zien terwijl de zon een gigantische spot op dit alles was! De tempel zelf was niet zo erg mooi of speciaal, maar de gouden zittende buddha was wel sierlijk op de top van de berg. Omdat we toch niks anders gepland hadden, zijn we daar zo'n twee uur en half gebleven om te wachten op de zondsondergang. Die was prachtig en de roodgloeiende zon verdween sneller dan snelst tussen de bergen: een wauw-herinnering. De weg terug in de pikkedonker kregen we een lift terug van een schuchtere Thai die geen Engels kon maar ons helemaal tot Krabi Town op zijn brommer meenam; de mensen op hun brommer en in taxi's lachten echt omdat het wel opviel dat twee Westerse meisjes met zo iemand meereden.
De dag erna zijn we naar Koh Phi Phi ('het eiland van de geesten': vroeger bewoond door zeerovers, zigeuners en piraten) gevaren in de regen, maar bij aankomst was het weer warm en zonnig! Phi Phi Town is echt toeristisch voor duust en je hebt op twintig seconden al een degout van het ganse gebeuren daar: een 'fee' om zogezegd het strand op de kuisen, opdringerige long tail boat chauffeurs en mensen met bungalows en guesthouses, overal 'hello hello hello' en in het stadje allemaal veel te dure winkels en onvriendelijke uitbaters. Het strand was er ook erg vuil - had ik al gezegd dat alle 'foreigners' die het eiland betraden geld moesten betalen om dit op te ruimen? - en veel te druk voor woorden. We trokken dus meteen naar Long Beach, dat de Trotter ons aanraadde. Het water was er zo mooi en het strand proper en rustig. Aan de overkant van het helderblauwe water zagen we Koh Phi Phi Lee, waar enkele jaren gelden de film the Beach met Leonardo DiCaprio werd opgenomen. Sinds de film is de toeristische stroom naar het eiland vertienvoudigd; wat dat teweegbrengt voor het ecosysteem is dus wel bedenkelijk... Wij trokken te voet de kant in op zoek naar verhalen. We zagen verlaten bungalowparken en veel achtergelaten vuil: Lisa en ik hadden echt een superraar gevoel bij dit alles. Er zat precies iets niet juist. Aan een piepklein strandje met onvriendelijke Thai die pokerden trokken we langs de zee over stenen en rotsen op zoek naar een ander strand. We kwamen aan op een vrij verlaten strand waar een Mowli-achtig type (Kip) met honden liep te spelen. De jongen was vriendelijk en we vroegen of we iets konden drinken of eten op dit strand. We werden prompt uitgenodigd om met hun mee te eten. Het was een fantastische avond! Vier goede vrienden, 'broers', woonden er samen op hun privaat gebied in hutten en tentjes en leefden er als koningen van hun eigen strand en zee! De versgevangen vis op de barbecue was tout bien en ondertussen hadden we al wel door dat de vier dreadlock bro's vol humor en verhalen zaten. Eén van hen, Angor, strandde op de zesde plaats in Thailand's got Talent als vuurspektakelartiest. Hij had die avond een optreden in town. We kregen een ongelooflijke rit van hun woonplaats tot in Phi Phi Town, ik heb nog nooit zo op een brommer gezeten en om de vijf meter obstakels met succes gepasseerd! De vuurshow was echt heel sjiek; hij was erg professioneel en toonde dingen die ik nog nooit gezien had, met speciale materialen en vergezeld door Kip die hoog op een koord danste en met vuur jongleerde! Daarna bleven we daar voor een feestje. Het contrast met de jongens van de jungle die we eerder zagen kon niet groter zijn: ze deden mee op de niets dan Westerse muziek en drank- en dansgewoonten! Alles kreeg een ander gevoel omdat ze toch ook wel van het toerisme leefden, al woonden ze daar zo afgesloten van de buitenwereld (lees: Phi Phi Town). Lipton, voor mij echt de grappigste kerel van gans de vakantie, liet ons altijd drinken van de buckets die we kregen en duwde ons de dansvloer op. We voelden ons eerst niet op ons gemak om uitbundig op de Europese muziek te staan dansen voor hun neus, maar intussen was wel duidelijk dat ze dat al duizend keer gezien hadden en er geen enkele probleem mee hadden. Wij zijn dus wel lossgegehen want de sfeer zat er dik in en de muziek was echt goed! Alors on dance en zelfs Danzel passeerden de revue! Het was super om met 'the boys' de bars te bezoeken op zo'n 15 meter van het golvend water. Kip (die als twee druppels water leek op Jack Sparrow!) en Angor waren ook wel de populaire jongens op het eiland door hun vuurshow, en kregen veel gratis drank in bars. Het was een unieke ervaring om dat partygedeelte waarvoor elk jaar tienduizenden feestgangers naar Koh Phi Phi trekken te zien, al zouden we zonder die jongens nooit op eigen houtje terug naar het stadje van het eiland zijn gegaan. Een keer was leuk maar dat hoefde geen herhaling. Loh Dalam Bay was dit strand met een aaneenschakeling van bars en lichtshows. Het was dit deel samen met de Ton Sai Bay (waar de main pier is en waar iedereen per boot dus aankomt) die als gezamenlijke zandbank in zijn geheel door de tsunami werd weggespoeld. Vroeger waren er dus nog echte Thaise hutjes en was het nog iets meer Thais dan nu... Alles na de wederopbouw is Westers en toeristisch opgetrokken. De overlevenden van de tsunami wonen nu hogerop in betonnen huizen op het eiland; daar reden we 's nachts voorbij, wat wel een naar gevoel gaf. We hebben nog een zalige anderhalve dag op Phi Phi gehad en enorm genoten van het zonovergoten strand en de mooiste zee die ik ooit gezien heb. Het is waar wat ze zeggen: alle stranden van de eilanden zijn felblauw en paradijselijk, maar die van Koh Phi Phi zijn echt wel nog meer de moeite! Toch is door het toerisme niks van het echte Thaise leven op het eiland overgebleven en zal het over enkele jaren gewoon een party island worden, als ik bedenk hoe het er nu al uitziet...
Dan werd het tijd om naar Bangkok te trekken: om 9u in Krabi vertrekken en om 22u in de hoofdstad aangekomen na een lange dag in een busje met nog drie anderen: geeuw! Gelukkig kenden we de Kao San Road intussen al en wisten we hoe te lopen en waar we goed konden eten door de eerste dagen van de vakantie in Bangkok. Onze laatste dag samen in Thailand werd een gigantische shopdag. We trokken naar de J.J. Weekend Market (oftewel Chatuchak markt) met de local bus. Die markt bevat zo'n 8000 kraampjes en is opgedeeld in verschillende secties. We hadden een kaart met de indeling van de enorme marktplaats om het ons iets gemakkelijker te maken. Het was het leukste maar wel de vermoeiendste markt van Thailand en we hebben veel gekocht voor bijna geen geld! Daarna kwam de gietende regen en de trip naar de luchthaven... Bye bye Thailand!
Hier in België valt vooral op hoe rustig Grimbergen is en dat ik al twee dagen koude voeten heb. De mensen stoppen voor een rood en zelfs oranje licht en je wordt met rust gelaten door Chinezen die niet verbaasd zijn wat je haar- en huiskleur is! Ik ben nog niet gewend aan het feit dat ik wc-papier weer in de pot mag smijten en dat ik niet meer in Belgische frank moet denken. Alles gaat hier zijn gewone gangetje en ik wou alleen maar dat ik nog langer in het verre Azië was gebleven, zucht.
Hier in België valt vooral op hoe rustig Grimbergen is en dat ik al twee dagen koude voeten heb. De mensen stoppen voor een rood en zelfs oranje licht en je wordt met rust gelaten door Chinezen die niet verbaasd zijn wat je haar- en huiskleur is! Ik ben nog niet gewend aan het feit dat ik wc-papier weer in de pot mag smijten en dat ik niet meer in Belgische frank moet denken. Alles gaat hier zijn gewone gangetje en ik wou alleen maar dat ik nog langer in het verre Azië was gebleven, zucht.
Reacties
Een reactie posten