Faleminderit Albanië!

En toen gingen we eens naar Albanië… Wat een TOP bestemming voor een mooie, rustige, verrassende vakantie. Dag na dag groeide mijn enthousiasme. Ik kan alleen maar aanraden zélf eens een kijkje te gaan nemen in dit land met gevarieerde natuur, extreem vriendelijke mensen en lekker (goedkoop) eten. Hier kom ik vast en zeker eens terug. Onze heerlijke, avontuurlijke elfdaagse reis zag er ongeveer zo uit:

Dag 1 - Tirana
Eerlijk gezegd? Niet veel te zien… We ontdekten hier wel dat het eten keigoedkoop is! We genoten van de zon, het slenteren, een fro’ yo’ ijsje, inkopen doen voor de road trip,.. We logeerden in een proper en centraal gelegen appartement van een Albanese chique madame waarvan haar twee dochters in New York woonden. Haar tips en vriendelijke opwacht op de luchthaven (met plakkaat en al!) maakten alvast duidelijk hoe warm de Albanezen zijn.






Dag 2 – start road trip: van Tirana naar Berat
Berat had een middeleeuws centrum met duidelijke restanten van een kasteel op een hoge berg. We genoten van mooie landschappen onderweg en trokken af en toe wat foto’s. Bij Corovoda bewonderden we een diepe canyon. Hallo kroket! Ik wist niet eens dat we dat gingen tegenkomen! Ik genoot van het gerij, de schilderachtige landschappen en en de zalige old school liedjes op Lizzies iPod! Álles uit ons middelbaar is wijd gepasseerd, luidkeels meegalmen was het enige dat we konden doen!

Dan merkten we een probleem op met de koffer die niet op slot kon, dan met deuren die niet meer op slot gingen en zelfs één deur waarvan na wat gefoefel een ijzer in de deur verschoven was waardoor ze niet meer toe ging... zucht! Met Europcar gebeld maar het was al na 21 uur dus de eerste hulp kon pas in de volgende ochtend komen. We waren moe en aten in een redelijk triestig tankstationrestaurant (de mensen die daar werkten… zuur J) Een plaatsje voor de tent zoeken? Niet simpel.. Tijdens een rit in een straatje met huizen met voortuinen in het stadje Tepelena kwamen we bij een Albanese familie uit. Florian was garagist, hield een wijngaard en was directeur van de post in de provincie. Het toppunt? Hij had jaren in Brussel en Gent gewoond en gewerkt! Onze band was metéén gesmeden.. Zijn schattige mama met verkreukeld gezicht die onze handen en armen streelde kon ons hartje nog wat extra verwarmen. Onze konten hadden nog geen vijf minuten rust gevonden op de stoelen op de koer of er stond al een groot bord watermeloen en ander fruit op tafel. En we moesten proeven van een straffe shot alcohol die de oma zelf had gebrouwen met druiven uit de tuin. Heavy stuff daar, amaikes! En gelachen, foto's getrokken om naar hun vrienden en familie te sturen. Er was een pompbak en wc'tje buiten: echt de max! Met het geluid van kirrende krekels kreeg ik in de hitte toch mijn oogjes toe en droomde ik van prachtige campings en locaties in de echte natuur om onze tent en cosy corner in te richten! Zo veel zin in kamperen en het avontuur!














Dag 3 - van Tepelena naar Bërni via Përmeti, naar Gjirokastra
Daar staat een speciaal brugje over de rivier: vrij hoog en smal, supergek om op te lopen. Aangezien het zaterdag is, zitten hier ook veel locals te genieten van 35° en de natuurlijke bassins van waterbronnen. We hebben heerlijk liggen dobberen en zonnen, tegen de wand met de zachtste algen EVER. We zijn fan van het pelske! Dan reden we door naar Gjirokastra, een grote stad met historisch centrum hoog op de - rarara - berg. Het kasteel was gróót: veel kanonnen, een vliegtuig op het binnenplein boven, een kerk en nog keiveel kelders en gangen die we niet konden bezichtigen. Daarna voltrok zich het tweede avontuur met onze huurwagen, aka den Alta (genoemd naar een Albanees die we onderweg tegenkwamen). We reden de smalle straatjes op in eerste vitesse, su-perstijl niet normaal, en reden ons vast op een stom stuk beton dat door de bewoners daar zelf gegoten werd om hun oprit af te schermen. Een kleurloze, hoge, steile rand dus. Ja hallo kroket! De twee voorste banden zwoven over de grond vanvoor… Schoon zicht. Vier wijventoeristen in nen otto met een roos klakske… De oudjes kwamen hun huis uit: "ai ai aaai toeristi!" Jeps, dat zijn wij! We rolden meteen de spreekwoordelijke mouwen op en smeten onze spierbundels in de strijd om de auto nog op te heffen en zonder al te veel extra schaven op het chassis terug op de weg te krijgen. Mission accomplished! We kunnen de avonturen met den Alta wel aan... Al wist ik niet dat ik nog twee dagen wat rugpijn zou hebben overgehouden aan dit Herculesmomentje.
Na een lekkere maaltijd en wat Instagram- en Whatsapp-plezier sloegen we onze tent op op een zalig gelegen speelveldje in het stadscentrum. Beter en mooier konden we niet liggen! Boekje gelezen, gebabbeld en dit alles met live muziek vanuit een café/hotel hoger op de berg.













Dag 4 – Blue Eye, Butrint, Ksamil
In het midden van de nacht porde Nina mij wakker. Ik verstond niets van wat ze zei, met mijn oordoppen diep in mijn gehoorgang en haar gefluister. Uit mijn slaapcoma gerukt ben ik niet veel waard. Ze probeerde me uit te leggen dat er mensen waren. Ja mensen, dacht ik. Maar ze had ze dus wel degelijk pal aan onze tent gezien, met hun hoofd op enkele tientallen centimeters van onze deurflap, die lichtjes openstond voor verluchting. Heldhaftige Nina bewoog en de persoon vlakbij schoot weg. Pas de volgende ochtend beseften we dat er nieuwsgierige mensen gepasseerd waren, of dronken jongeren, of clochards. Bij het opstaan merkte ik dat mijn Birkenstocks gepikt waren. Kuuuut! Echt balen, maar toch blij dat ze niets anders gestolen hadden. Ik laat nooit nog schoeisel echt buiten aan de tent staan.

Daarna vertrokken we weer, en dit keer naar Blue Eye. Een bijzonder plekje waar het water zo helder en het leven in het water zo puur is dat het resultaat gezien mag worden: felblauw water en frisgroene algen. Een niet vaak voorkomende onderwaterbron van 45 meter diep borrelt ijskoud water op. We trokken wat parels van foto's in het ijskoude water en gingen terug on the road. Helemaal naar het zuiden, om er de historische site van Butrint te bezoeken. De oudste delen bestaan al van 600 v.C. Een beetje zoals in Mexico; je moet veel verbeelding hebben om van de ruïnes paleizen, kerkjes en woningen van toen te maken. Muren in je fantasie hoog optrekken, mooi versierd met gips en mozaïek, en dan zie je wel wat een grote, mooie stad het daar was, voorzien van aquaduct en al! Prenten van hoe het er toen uitzag doen me keer op keer op zo’n sites met mijn mond open naar de omgeving en hoop stenen kijken. Wat waren die Romeinen innemende mensen.
In de broeierige hitte zochten we een camping in de buurt - terug wat hoger in toeristisch kuststadje Ksamil. Van een marginale camping op beton – als sardienen in een blik - naar een 'dorm' waar je zogezegd een kamer kon huren... We vonden niet echt iets deftig. De laatste camping net buiten de stad was "under construction" volgende de oude, witgrijze megabehaarde man die de ketting van de poort los deed toen we wilden binnenrijden. Hij vroeg of we zelf tenten hadden; hij wou ons gelukkig verder helpen en liet ons slapen op een plat stuk met stenen geplaveid strookje. Wc's en één douche (lees: sproeier aan de pompbak waardoor heel de kleine badkamer nat wordt) waren gelukkig wél al af. Groot pluspunt: we waren de enigen hier en keken uit op een meer met mosselbanken. Plonsje gedaan en een snelle douche. Za-lig!

Het restaurant van die avond zullen we niet snel vergeten: helemaal onder de indruk van de locatie, stranden, ondergaande zon, vriendelijkheid van het personeel en hoe lekker alles was. Uren en ettelijke verhalen van eeuwen geleden later, kregen we echter de rekening voorgeschoteld. "Euhm... Dit moet een foutje zijn, dit is het bedrag waarmee we 5 dagen al ons eten mee betalen..." Nina en Lizzie hadden een keigrote en verse, in het wild gevangen vis genomen. We hadden een kerel voor ons het restaurant zien binnenlopen met de vis in een zak, dus wel kraakvers, maar mégaduur. En de prijs van die vis van de dag stond niet op het menu. In het zak gezet! Amai.. stevig gebaald en goed gelachen! 


















Dag 5 – mosselbanken, Himara en Livadh
Na enkele (veel te weinig) uren slaap, was iedereen wakker rond 7 uur van een snikhete dag. Niets beter dan rond 8 uur al aan de 'tanning modus' (dixit Nina) te beginnen. Plonsje in de baai en dan sterven op het bloedhete terras zonder schaduw waar we lagen en onze tenten stonden. De mosselmannen vroegen of we mee op mosseltocht gingen. Yes please! Eindelijk eens een mosselbank van dichtbij gezien en hoe ze de mosselen dan in netten steken om ze daar te laten groeien in het water voor ze te verkopen.
We reden langs Hamira naar Livadh. Onderweg reden we op een baan die gewoon doodliep. Raar! Maar we hebben er een leuke fotoshoot aan gebreid ;) We vonden een prima camping in Livadh; onder de bomen lekker op een schaduwplekje, naast de sanitaire blok, en konden nog onderhandelen over de prijs. In de buurt was er een foute bar met zwembad en discobar. Sowieso de locatie van vettige, marginale stoten! Toen wij er waren, was er nog geen volk; we zijn eigenlijk compleet vergeten er terug te gaan...










Dag 6 – kasteel van Ali Pasha van Tepelene en baai Aquarium
We hadden tot halfnegen geslapen, wajoooo! Daarna het kasteel van Ali Pasha van Tepelene bezocht, lekker fris en met de zaklamp. Fotoschoot op het dak van het driehoekig kasteel, omgeven door drie wachttorens was obligatoir. Fucking heet daar! Een lekkere crêpe met Nutella en banaan gegeten als brunch voor 250 lek, zo'n 1,70 euro. Daarna een kleine baai via een goeie local tip gevonden, een klein halfuurtje gestapt en van een frisse beloning (plons) genoten. Een klein strandje met slechts een twintigtal mensen, ruwe rotsen en felblauw water dat lichtjes te koud was. Brrrr maar o zo zalig! Lekker om even ons lichaam mee af te koelen. Er gaat niets boven dutten op een strand en wakker worden met wat kwijl op je kussen, om dan te beseffen dat je onder een broeiende zon op vakantie bent... En gewoon weer het kopke neerleggen en verder snoozen. 100% vakantiegevoel!









Dag 7 – Dhërmi, Orikum en Vlöre
We trokken naar Dhërmi. Ook hier zagen we een strandje waar we nét niet gans alleen lagen. Echt de max dat je wat kan stappen en zo op idyllische plaatsen kan komen. In de brainfreezende zee kon je uitkijken op de bergen en dikke wolken die ertussen vast hingen. Prachtig dat de gevarieerde natuur daar allemaal samenkwam. Een klein unicum daar: we hebben er alle vier naast elkaar monokini gelegen. Lekker losjes! Later reden we diezelfde bergen op en werden we bijna omvergeblazen door de wind. Kiekenvel!

We reden naar Orikum, het uiteinde van een stukje land aan de westkust. Helaas pindakaas: niet veel te zien. Dit was jaren een militair domein en is nu eigendom van de NAVO en dus niet toegankelijk. We reden langs Radimi door naar Vlöre: een grote stad, vuil en ongezellig. Gelukkige vonden we tussen de vuile plaatsen nog een plekje om te wildkamperen onder bomen op 100 meter van het strand. Oef! Onderweg naar een restaurant aan het strand, kwamen we Djovik tegen, de vriend van Florian waar we 5 dagen geleden sliepen! Florian en zijn maten gingen ook naar Vlöre komen want er waren optredens en ze kenden de zangers. Man man man: goed gelachen dat we ineens die vriend zagen, nadat hij naar ons floot. We spraken na onze maaltijd af en Florian zou ons opwachten. Het was gezellig, we dronken bier en vodka. We hebben zelfs gedanst, vollenbak en gezweet voor dood! De druppels liepen over heel ons lijf. Het was wel heel mooie muziek en zeer authentiek met gitaar, keys, elektrisch versterkte klarinet en viool. We hadden een VIP tafeltje met zetels en hebben uit beleefdheid alle traktaties met de glimlach aangenomen ;) Wat een grappige avond. Lichtjes oververhit en uitgeteld pootten we de tent neer.












Dag 8 – Appolonia en Divjakë
De zee was niet om over naar huis te schrijven; een snelle plons (en pipi, we bekennen ;)), douche op het strand en we konden er weer tegen. We reden op de beats van Justin Bieber en Destiny's Child naar Appolonia, een archeologische site gerund door de hulp van onze zuiderburen, de Fransen. Heet, heter, heetst was het daar. Wel mooi en lekker vers gegeten en ons Frans nog is bovengehaald met een Italiaanse Albanese die Franse les volgde om naar Canada te verhuizen ooit. Nou...

Dan trokken we door naar Divjakë waar een vrij vuil strand was, maar wél met een continue aangename bries. Het enige strand waar de hitte niet ondraaglijk was. Nina, Lizzie en ik bleven er even chillen en dutten terwijl Lisa op verkenning ging met de auto en zich vastreed in het zand. Gelukkig snelden de vriendelijke Albanezen onze blonde pink lady meteen ter hulp. Wildkamperen die avond was aan een resto met douche ergens achter de keuken. Onze tentjes stonden tussen speeltuigen en een konijnenhok met reuzekonijnen, kei cute. We zijn daar wel fameus lastiggevallen… door massa's muggen! De dag erop zouden we bekijken of we de lagoon en het natuurreservaat hier in de buurt te voet kunnen bezoeken. Ik had wel zin in een wandeling. Er zouden pelikanen, flamingo's en tal van andere mooie vogels te zien zijn.






Dag 9 – lagoon reservaat en Kavajë
Wandelen in natuurreservaat was geen probleem. Er waren geen kaarten, maar er was gewoon één weg die we op en af hebben gestapt. Op zoek naar pelikanen, maar uiteraard geen gezien. Een verrekijker had hier geen overbodige luxe geweest! Wat we wel konden spotten, waren enkele chillende gepensioneerden die in de kant hingen. Daar mocht ik een foto van nemen, wat ‘n zalig momentje. Die jongere man die er even bij stond joeg die mannen recht op hun benen, beval ze hun broekspijpen omlaag te rollen en mooi te lachen voor mijn foto. Onderweg zaten nog wat mensen… Echt het gepensioneerdenbos :’)

En dan naar Kavajë om een leuke (danku Lana voor de tip!) camping te zoeken. Voor de honderdste keer gezien hoe vriendelijk de mensen hier zijn en ons de weg willen tonen! Elke keer opnieuw: dat ze iemand opbellen (lees: lastigvallen) die Engels kan, dat ze rondom beginnen rondvragen, dat ze voorop rijden om de weg te tonen, dat we niet mogen bougeren tot ze ons geholpen hebben. Hun leuze is “do not worry”. Geen probleem mannen, wij vertrouwen op jullie Albanezen!
Op camping Pa Emer beseften we dat we hier een supermooi plekje gevonden hadden, dicht bij de drukke en vuile havenstad Dürres en ook niet ver van onze eindhalte Tirana. Onze tent stond pal aan het water, echt geweldig. Een paadje op palen leidde tot een mini eilandje op 150 meter van de kust. Daar lagen ligstoelen alleen voor de campingmensen, woehoe! 's Nachts heb ik tot halfdrie gebabbeld met la Nina. Amai we hebben goed gelachen! We beseften dat onze vriendschap begon op het trouwfeest van Domski en probeerden die ietwat verwarde nacht te reconstrueren, tevergeefs. We konden nog wel even doorgaan over het werk, het leven en de vriendschap, maar kozen toch bewust voor wat nachtrust in plaats van tot de ochtend te liggen tetteren. Oordopje in, slaapmodus aan.












Dag 10 – kasteel en laatste dag chillen op Pa Emer
Dankzij een tip van de campingman, gingen we op queeste naar een afgelegen kasteel. Het zou midden in de velden liggen. Hij stuurde ons binnendoor en “dat we het maar eens moesten vragen”. Ja wadde dadde! We zijn anderhalf uur onderweg geweest, niet wetende hoe we aan het rijden waren. Ook de Albanezen wisten ons niet altijd de goede kant op te sturen. Onderweg trokken we een coole selfie met een landschildpad. Hij heeft wel alles ondergescheten van de schrik, oeps... We waren helemaal alleen in het kasteel/fort. Cool dat dat daar gewoon staat en in de boek of op de kaart niets van te bespeuren valt. In de namiddag childen we wat aan de private beach. ’s Avonds dwongen we een flesje wijn van het huis af – beloofd is beloofd – en aten we voor de laatste keer versgebakken vis. Yummy! Rond een uur of tien vielen de eerste regendruppels van de ganse vakantie. En sinds dan heeft het niet meer gestopt. De weergoden waren duidelijk: voorbereiding op het Belgische weer.









Dag 11 – Dürres en Tirana

De ganse nacht regen, opstaan op een grijze dag, onze natte tenten opplooien en zakken volproppen… Balen maal duust! We zetten onze vriendin Nina af in Dürres waar ze de boot nam naar Italië want zij ging een weekje langer genieten van vakantie. Het is ons gelukt om 5 minuten fout geparkeerd te staan en toch een boete op te doen. Maar het is ons ook gelukt nog een lekkere, home made burek te eten voor 30 eurocent voor de op het vliegtuig kropen. Bye bye Albanië; u was geweldig!

Deze is voor Nina, die voor alle zekerheid toch 3 dikke pullen en een leren jasje mee had genomen naar waar het alle dagen op rij 35° was. Ge weet maar nooit hé... ;)

Reacties

Populairste posts

Me gusta Cuba

Roodkapje voor één dag